Om een lijst te maken hebben we een variabele nodig om de waardes van de lijst in te stoppen. We hebben al eerder geleerd hoe we een variabele kunnen definiëren. De notatie van een lijst is:
(list item1 item2 ...). Hierbij worden de lijst items gescheiden door een spatie. De lijst (list "schildpad "academie) heeft dus 2 elementen. De eerste is de tekst 'schildpad' en de tweede de tekst 'academie'. Nu moeten we een variabele definiëren om de lijst in te stoppen.
Laten we een variabele 'mijnlijst' definiëren met daarin de twee elementen van de tekst 'schildpad academie'.

In de vorige stap hebben we de variabele 'mijnlijst' gemaakt met daarin een lijst met de 2 elementen 'schildpad' en 'academie'. Met de print opdracht kunnen we de inhoud van :mijnlijst afdrukken.
Druk de lijst 'mijnlijst' af.

We hebben eerder gezien hoe we een lijst kunnen maken. Maak nu een lijst met 5 elementen.
Maak een lijst met de naam 'vijflijst' met de volgende teksten: "eerste "tweede "derde "vierde "vijfde

We hebben al een nieuwe lijst gemaakt. Laten we deze afdrukken.
Druk de 'lijstvijf' lijst af.

Om het eerste element van een lijst af te drukken moeten we de print opdracht samen met de first (eerste) opdracht.
print first :LIJSTNAAM
Druk het eerste element van :lijstvijf af.

Zoals we in de vorige stap hebben gezien zijn er opdrachten die helpen om toegang te krijgen tot de inhoud van een lijst. De opdracht voor het verkrijgen van het laaste element van een lijst is: last (laatste). Om dit laatste element af te drukken gebruiken we
print last :LIJSTNAAM
Druk het laatste element af van 'lijstvijf'.